De grote VS verantwoordelijkheid voor de economische crisis in Cuba

Salim Lamrani

Cuba maakt een zware economische crisis door. Een ongeziene inflatie jaagt de kosten voor het levensonderhoud enorm de hoogte in. De overheid kampt met een groot tekort aan deviezen. De beperkte aanvoer van petroleum veroorzaakt herhaaldelijke stroomonderbrekingen. De kwaliteit van de gezondheidszorg staat onder druk door tekorten aan geneesmiddelen en verzorgingsmateriaal. De inspanningen van de overheid om de import te beperken en de nationale productie te verhogen behalen door het gebrek aan deviezen voor de noodzakelijke investeringen niet de beoogde resultaten. De ontevredenheid onder de Cubanen over deze situatie is groot. 
Maar juist in deze context is het goed om te kijken naar de belangrijkste  oorzaak van deze doelbewust veroorzaakte crisis: de VS-blokkade. Hieronder een artikel van Salim Lamrani, professor Univ La Réunion, gespecialiseerd in de relaties VS-Cuba.

Salim Lamrani:
Op 17 maart 2024 uitten tientallen mensen in Santiago op vreedzame wijze hun ongenoegen
over de materiële ontberingen waarmee ze dagelijks te maken hebben. Het Amerikaanse persbureau The Associated Press, over het algemeen goed geïnformeerd, meldde de aanwezigheid van "kleine groepen demonstranten". Ze werden ontvangen door de secretaris van de Communistische Partij van de stad om hun grieven te uiten. De regeringsautoriteiten benadrukten dat de demonstraties plaatsvonden in een "respectvol" kader.
Cuba lijdt onder een ernstige economische crisis die het welzijn van de bevolking aantast. Stroomonderbrekingen door gebrek aan olie komen vaak voor en kunnen soms wel 8 uur duren. 
De tekorten treffen ook de voedselsector, waardoor het voor Cubaanse huishoudens steeds moeilijker wordt om in de eerste levensbehoeften te voorzien. Voor het eerst in zijn geschiedenis heeft Cuba het Wereldvoedselprogramma van de Verenigde Naties om hulp gevraagd om de situatie het hoofd te bieden. 

De Verenigde Staten reageerden via hun ambassade in Havana snel en wezen op "het gebrek aan voedsel en elektriciteit" op het eiland. "We dringen er bij de regering op aan om de mensenrechten van de demonstranten te respecteren en te voorzien in de legitieme behoeften van het Cubaanse volk", aldus de ambassade. Havana hekelde onmiddellijk de inmenging en hypocrisie van Washington en ontbood zaakgelastigde Benjamin Ziff naar het ministerie van Buitenlandse Zaken. 
In feite zijn de Verenigde Staten de hoofdverantwoordelijken voor de economische situatie van het eiland. Sinds 1960 legt Washington sancties op die alle sectoren van de samenleving treffen, met name de meest kwetsbare groepen zoals kinderen, zwangere vrouwen, ouderen en zieken. 
Na het uiteenvallen van de USSR in 1991 normaliseerde de regering Bush de betrekkingen met Cuba niet, maar versterkte ze de staat van beleg door in 1992 de wet Torricelli aan te nemen, die illegaal was vanwege de extraterritoriale reikwijdte. Zijn opvolger, de Democraat Bill Clinton, deed hetzelfde met de Helms-Burton Act van 1996, die elementaire principes van het internationaal recht schendt vanwege de terugwerkende kracht. George W. Bush versterkte deze dwangmaatregelen met de goedkeuring van nieuwe sancties in 2004 en 2006.
Tijdens de tweede ambtstermijn van Barack Obama kwam er een wapenstilstand met het historische toenaderingsproces tussen de twee landen, dat officieel van start ging in december 2014. Washington nam constructieve stappen, maar de sancties werden niet opgeheven.
Het is zelfs vermeldenswaard dat het de regering-Obama I was die de zwaarste boetes aan internationale bedrijven en banken met banden met Cuba oplegde. 
In 2017 maakte het aantreden van Donald Trump een einde aan deze toenadering. Washington keerde terug naar een beleid van confrontatie en legde in vier jaar tijd 243 nieuwe sancties op, meer dan één sanctie per week, gericht tegen vitale sectoren van de Cubaanse economie, zoals de export van medische diensten, toerisme en geldtransferts. Van  deze sancties werden er 50 opgelegd midden in de Covid-19 pandemie. Hierdoor bleef het eiland verstoken van vitale apparatuur zoals beademingsapparatuur en werd het gezondheidssysteem ernstig aangetast. 
De verkiezing van Joe Biden in 2020 heeft geen grote veranderingen voor Cuba met zich meegebracht. Hij heeft de meeste maatregelen van zijn voorganger gehandhaafd.
De cijfers zijn veelzeggend over de impact van de economische sancties op de mensenrechten van de Cubanen. Meer dan 80% van de bevolking is geboren onder de sancties. Deze sancties kosten de Cubaanse economie gemiddeld 15 miljoen dollar per dag.

In november 2023 riepen 187 landen, waaronder de trouwste bondgenoten van de Verenigde Staten, voor het 31ste achtereenvolgende jaar op tot "de opheffing van het economische, commerciële en financiële embargo van Washington" tegen Cuba. De blokkade is anachronistisch, wreed en illegaal. Ze vormt het grootste obstakel voor de ontwikkeling van het land en is verantwoordelijk voor het huidige lijden van de bevolking van het eiland.