De VS verhindert olieleveringen aan Cuba. De Cubaanse regering gedwongen tot drastische maatregelen.

De VS verhinderen het transport van Venezolaanse petroleum aan Cuba. Zonder brandstof vallen bedrijven stil en hapert het transport van voedsel naar de burger. De VS “wil ons afsnijden van licht, water en lucht”, aldus president Díaz-Canel. De regering  ziet zich genoodzaakt drastische maatregelen te nemen om een dreigende crisis onder controle te houden.

 

Op 4 april 2019 kondigde Mike Spence, vice-president van de VS, aan om vierendertig tankers van de Venezolaanse petroleummaatschappij PDVSA en twee buitenlandse bedrijven te beboeten. Later diezelfde maand kondigde de VS sancties aan voor elk buitenlands bedrijf dat de dollar gebruikt voor commerciële transacties met PDVSA. Begin juli zette de VS het importbedrijf Cubametales  op de zwarte lijst, omdat het blijft samenwerken met PDVSA. Sindsdien zijn nog weinig rederijen bereid om Venezolaanse petroleum naar Cuba te verschepen. Ondertussen is het creatief zoeken om deze blokkade te omzeilen en de Venezolaanse petroleum toch in Cuba te krijgen. Het agentschap Bloomberg heeft achterhaald dat een aantal geviseerde tankers van naam zijn veranderd en hun radar uitzetten, om hun route veilig te stellen. De Cubaanse regering maakt zich sterk dat het huidige tekort aan petroleum tijdelijk is. Op 14 september meerde alvast de Venezolaanse tanker Manuela Sáenz in de haven van Cienfuegos aan.

 

De toestand stelt  de Cubaanse burger en industrie zwaar op de proef. Aan de tankstations schuiven de automobilisten in rijen aan, en wordt benzine of diesel gerantsoeneerd. Het voedsel ligt bij de boeren en in de havens, maar het raakt moeilijk bij de consument. De winkelrekken op de staatsmarkten zijn vlug uitverkocht en op straat stijgen de prijzen. Een aantal bussen rijdt niet meer. Maar tot stroomonderbrekingen is het gelukkig nog niet gekomen, dankzij de petroleum die Cuba zelf oppompt en waarop de thermische elektriciteitscentrales draaien. 

 

President Diaz-Canel en zijn ministers lichtte op televisie de maatregelen aan om de huidige crisis te door te komen. Zijn eerste boodschap was dat Cuba zeker niet op een nieuwe ‘Speciale Periode’ afstevent, zoals in de jaren negentig toen samen met de Sovjet Unie ook de Cubaanse economie instortte. Cuba staat nu sterker, ondermeer dankzij het toerisme en de buitenlandse investeerders die in het land blijven geloven.  Verder deed de president beroep op het patriottisme, de creativiteit en de veerkracht van de Cubanen, die het land in alle vorige crisissen tot de overwinning voerden. Hij prees ‘spaarzaamheid en altruïsme als levenswijze’ aan en veroordeelde scherp de houding van zij die misbruik maken van de situatie door brandstof te stelen of overdreven voedselprijzen te vragen.

 

De maatregelen zijn op de eerste plaats gericht op het besparen of rationeel gebruik van de beperkte energie. Waar mogelijk, kunnen bedienden van de overheidsbedrijven één dag per week van thuis uit te werken. Binnenlandse verplaatsingen worden tot het strikte minimum beperkt. Bedrijven gaan schuiven met de werktijden, zodat het energiegebruik gespreid wordt en de pieken. De burgers wordt aangeraden thuis minder elektriciteit te gebruiken, want ‘elke lamp telt’.

 

De beschikbare diesel moet ingezet waar die het meest nodig is, en dus heeft de overheid de prioriteiten vastgelegd, zoals het transport van levensmiddelen en voor de uitvoer, havenactiviteiten, het verzekeren van het basis voedingspakket, medische transporten, enz.  De voedselbevoorrading schommelt naargelang de provincie tussen de 50 en 70% van het normale peil en het aantal verkooppunten wordt beperkt. Er wordt geknipt in de busverbindingen, maar wie geen plaats vindt, kan instappen op passerende voertuigen van de overheid.

 

De landbouw is een essentiële schakel in de voedselketen, maar tevens een sector die veel energie opslorpt voor irrigatie, transport en verwerking. Besparen kan door het energieverbruik meer te spreiden over de daluren. Zo blijft de productie van eieren, melk en varkensvlees op niveau. De export van honing, tabak, koffie, houtskool krijgt voorrang, zoals ook de bevoorrading van de toeristen, want deze activiteiten brengen de zo brood nodige harde deviezen binnen.

 

Tegen oktober 2019 verwacht president Dìaz-Canel dat de bevoorrading van petroleum terug op peil is en het ergste leed voorbij. Na de tanker Manuela worden nog meer leveringen verwacht. ‘Het basis voedselpakket voor de maand oktober is alvast verzekerd’, aldus Betsy Díaz Velázquez, minister voor Binnenlandse Handel. ‘Op 1 oktober kan elke Cubaan zijn toebedeelde hoeveelheid rijst, bonen, suiker, melk, olie en worst ophalen’. Hiervoor liggen al 102 duizend ton levensmiddelen klaar.