Meer dan 60 jaar blokkade plaatst Cuba voor de ergste crisis sinds 1062

Straatverkoop in Havana

Terwijl de open oorlogen alle aandacht vragen, voert de VS een stille oorlog tegen Cuba. Meer dan 60 jaar blokkade putten het land langzaam uit.
‘Cuba staat vandaag voor de grootste uitdaging sinds de invasie van de Varkensbaai en de rakettencrisis in 1962’. Zo begon de Cubaanse ambassadeur Juan Antonio Fernández Palacio zijn toespraak tot een solidariteitsorganisatie op 24 mei ’25. De bevolking is de hoge voedselprijzen en de stroomonderbrekingen beu. Recent kwamen daar ook de verhoogde internetkosten bij.
Meer dan zestig jaar blokkade heeft Cuba miljarden dollars gekost, zodat het land geen buffer had om een resem tegenslagen op te vangen. ‘Toen 5 jaar geleden de coronacrisis uitbrak stond Cuba voor een grote uitdaging. Er was geen kans dat het land vaccins zoals van deze van Pfizer zouden kunnen krijgen. Terwijl de economie stil viel, werden alle beschikbare fondsen gestoken in voeding en het vinden van een oplossing voor de pandemie. En met succes, de Cubaanse biofarma ontwikkelde 3 vaccins. Daarna kreeg Cuba enkele zware tegenslagen te verwerken, zoals de branden in het hotel Saratoga en in de olieopslagtanks in Matanzas, beide in 2022. In 2024 kreeg het eiland twee orkanen over zich heen, twee hevige aardbevingen en een noodsituatie in de energievoorziening. Dat is de context van de huidige crisis, met natuurlijk de verstrengde blokkade van de VS er bovenop’.
De blokkade is en blijft de voornaamste belemmering voor de economische ontwikkeling van Cuba.
Het feit dat Trump de (wel erg late) beslissing van Biden om Cuba te schrappen van de lijst van landen die het terrorisme zouden steunen, al onmiddellijk na zijn eedaflegging terugschroefde, getuigt dat deze maatregel eerder een maatregel is om internationale druk uit te oefenen, dan een effectief mechanisme om terrorisme te beteugelen. Maar de effecten zijn enorm. Dit politieke etiket beperkt de toegang tot internationale financiering, technologie en wetenschappelijke samenwerking. Het belemmert buitenlandse financiering van een echte energietransitie en weerhoudt buitenlandse bedrijven en niet-gouvernementele organisaties om in Cuba te opereren, uit angst voor juridische complicaties.
D
e Cubaanse overheid zet alle zeilen bij om de situatie onder controle te krijgen, maar de uitdagingen zijn enorm. Dat blijkt ook uit de analyse die econoom en ex-minister José Luis Rodríguez[i] maakt in zijn jaarbalans van de Cubaanse economie in 2024.

José Luis RodríguezJosé Luis Rodríguez is adviseur van het Centrum voor Onderzoek van de Wereldeconomie (CIEM). Hij  was Cubaanse minister van Economie en Planning. Hij was ook vicevoorzitter van de Cubaanse ministerraad en een gekozen lid van de Nationale Vergadering van Cuba. Hij was minister van Financiën van 1994 tot 1995 en later sinds 1998 minister van Economie en Planning tot maart 2009 (bron: Wikipedia).

Internationale spanningen creëren negatief economisch klimaat.
De Cubaanse economie is een open economie, die erg afhankelijk is van de internationale context. En deze was het afgelopen jaar bijzonder turbulent. Voor 2025 zijn de vooruitzichten niet beter. De oorlogen in Ukraine, Gaza, Congo e.a. wegen op de internationale economie. Een handelsoorlog tussen de grote mogendheden is losgebroken, sinds China, India en de BRICS+ landen de hegemonie van de VS uitdagen. Ondertussen brokkelt de politieke wil af om de klimaatverandering onder controle te krijgen. De huidige spanningen en onzekerheid dempen de verwachtingen over de groei van de mondiale economie. Tegen deze achtergrond roept de Wereldbank op om prioritair inspanningen te leveren in functie van het behoud van de vrijhandel, van de groene en digitale transitie en van het verbeteren van de voedselzekerheid.

Cubaanse economie in crisis geduwd.
De economische blokkade door de VS de belangrijkste hindernis voor de nationale ontwikkeling van Cuba. Sinds het begin tot februari 2024 heeft de blokkade cumulatief een 164,061 miljard dollar gekost. Op één jaar, tussen maart 2023 en februari 2024 bedroeg het verlies meer dan 5,057 miljard dollar. Door het mislopen van deze inkomsten heeft Cuba onvoldoende kunnen investeren in het vernieuwen van het industrieel productiepark, zoals de elektriciteitscentrales, de suikerrietfabrieken, de nikkelmijnen (zie verder).
De reeks negatieve externe factoren heeft de Cubaanse economie vanaf 2019 - cumulatief – naar beneden getrokken en haalde het land niet meer de vooropgestelde economische groei. Het bbp daalde in 2023 met 1,9% gedaald in plaats van een geplande groei van 3%. Naar schatting heeft het land als gevolg van deze externe factoren tussen 2019 en 2024 meer dan 3 miljard dollar aan externe inkomsten misgelopen. Daarnaast heeft het economisch beleid van de Cubaanse overheid van de jaren 2021 - 2023 niet de gestelde resultaten behaald, zodat het jaar 2024 met een ernstige achterstand van start ging. Het gevolg is dat de kloof tussen de begrote en de reële inkomsten in de tweede helft van 2024 nog groter is geworden.

Het trage herstel van het toerisme.
Het toerisme is jaren lang een belangrijke motor voor economische groei geweest. Maar het toerisme in Cuba heeft zich na de ‘drooglegging’ omwille van covid-19 niet kunnen herstellen, dit in tegenstelling met de internationale toeristische sector die in 2024 de niveaus van vóór de pandemie van 2019 evenaarde.  Volgens het Cubaans Nationaal Bureau voor Statistiek en Informatie (ONEI) bezochten in 2024  2,2 miljoen internationale bezoekers het eiland, een kleine 10% minder dat de 2,43 miljoen in 2023. Én de vooruitzichten voor 2025 zien er niet hoopvol uit. In maart van dit jaar telde Cuba slechts 571.772 internationale bezoekers, tegenover 808.941 in maart ’24.
Onder de Cubanen hoort men wel commentaar dat er het land blijft luxe-hotels bouwen terwijl de bevolking kampt met tekorten en torenhoge prijzen. De Cubaanse ambassadeur begrijpt deze frustratie maar voegt eraan toe dat deze bouwwerken, met uitzondering van hotel Torre K in Havana gefinancierd worden met buitenlands kapitaal en dus geen gevolgen hebben voor de dienstverlening aan de bevolking. En voegt JA Fernández eraan toe, het is nodig om ons voor te bereiden op het herstel van het toerisme.

Inkomsten van de uitvoer vallen tegen.
Twee klassieke uitvoerproducten van Cuba zijn nikkel en suiker. De prijs van nikkel zakte van een gunstige prijs van 25.541 dollar per ton eind 2022 tot ongeveer 15.500 dollar in december van 2024. Door verouderde exploitatie-installaties en gebrek aan (fondsen voor) investeringen zakte bovendien de totale productie van 41 000 ton in ’23 tot 32.000 ton in ’24. Met deze cijfers is het evident dat de geplande exportinkomsten niet gehaald werden.
Ook de prijs van ruwe suiker schommelde de voorbije jaren sterk. De prijs van ruwe suiker stond in 2023 hoog, maar daalde in 2024 weer tot ongeveer 20,92 cent per. Maar ook de suikersector kampt met verouderde fabrieken, een gebrek aan productiemiddelen en een gebrek aan transport. Het gevolg is een historische ineenstorting van de suikerindustrie, al meer dan een eeuw een symbool van de Cubaanse economie en cultuur. Voor het eerst sinds de 19e eeuw zal in 2025 de jaarlijkse productie van ruwe suiker dalen tot onder de 200.000 ton, ruim beneden de geplande 265.000 ton. In 2023 produceerde het eiland 350.000 ton, wat al een dramatische daling was ten opzichte van de 1,3 miljoen ton in 2019. In zijn gouden eeuw exporteerde Cuba in 1989 8 miljoen ton suiker. Nu moet Cuba meer importeren dan het produceert, iets wat ongekend is voor het eiland. De situatie brengt ook de productie van het exportjuwelen van het eiland, de Cubaanse rum, in gevaar.
Tabak[ii]
Een positief nieuws komt van de tabaksector. De Cubaanse sigarenproducent Habanos heeft in 2024 een recordomzet van 827 miljoen dollar geboekt, een stijging van 16% ten opzichte van het voorgaande jaar. Deze stijging is te danken aan de groeiende vraag in Azië, vooral vanuit China, dat nu goed is voor bijna 25% van de wereldwijde verkoop van Habanos. Deze impuls is belangrijk voor de Cubaanse economie, die profiteert van de groei van de midden- en hogere klasse in Azië. Ondanks tegenslagen veroorzaakt door de orkanen Rafael en Ian, die Cuba's tabak producerende regio's zwaar hebben getroffen in 2022 en 2023, kan Habanos een hoogwaardige productie garanderen.

Import blijft groter dan de export
Voor de energievoorziening is Cuba grotendeels afhankelijk van de invoer van petroleum. De hoge petroleumprijzen in de voorbije jaren hebben zwaar gewogen op de staatskas. In 2022 kostte een barril olie bijna 95 dollar. Gelukkig zakte de prijs in 2024 tot 78 dollar en zijn de perspectieven voor 2025  gunstig met een prijs van 70 dollar. Maar de grote belemmering is het embargo van de VS tegen alle tanker-bedrijven die petroleum naar Cuba vervoeren. De onregelmatige aanvoer van petroleum is één van de belangrijkste oorzaken van de stroomonderbrekingen op het eiland.
Een ander belangrijk importproduct voor Cuba is voedsel. De prijzen op de wereldmarkt zijn de laatste jaren enigszins gedaald, maar blijven nog altijd hoger dan voor de corona-crisis. 
De uitvoer blijft achter op de vooropgestelde doelen. Cuba heeft in 2024 meer uitgevoerd dan het jaar voordien, nl. 9,6 miljard dollar tegenover 9 miljard. Dit positief cijfer voor 2024 moet onmiddellijk gecorrigeerd, want het blijft meer dan 700 miljoen onder de geplande inkomsten. De inkomsten uit de internationale medische dienstverlening waren wel heel goed en compenseerden enigszins de minderinkomsten uit het toerisme en de telecommunicatie.
Als de inkomsten uit de export lager dan gepland uitvallen, komen er natuurlijk ook minder deviezen binnen om de import uit het buitenland te financieren. Cuba kon daardoor in 2024 slechts 4/5de van de geplande goederen invoeren, voornamelijk petroleum, voeding, geneesmiddelen en medisch materiaal.
De Cubaanse economie sloot 2024 af met een tekort van 900 miljoen dollar minder dan begroot. Dit negatief resultaat vergroot vanzelfsprekend de druk op de overheid om de basisvoorzieningen voor de bevolking te garanderen. De zwakke economie schrikt bovendien ook de buitenlandse investeringen af, die daardoor onder de verwachtingen blijven.  

Stroomonderbrekingen wegen op de bevolking en de industrie
Eind 2023 begon de stabiele toevoer van brandstof te haperen, een situatie die in 2024 nog verslechterde. Het gebrek aan fondsen  voor broodnodige investeringen in de verouderde elektriciteitscentrales in combinatie met een tekort aan brandstof heeft  heel Cuba vorig jaar letterlijk tot drie maal toe in het duister gezet. De productiecapaciteit schiet dagelijks 1.400 megawatt tekort. Het impact op de economie is niet te onderschatten, omdat zonder stroom bedrijven niet kunnen produceren. Om de situatie enigszins aanvaardbaar te maken, kondigt de overheid dagelijks de regio en het uur aan waar de stroom zal uitvallen. 
Dat neemt niet weg dat de Cubaanse burger de stroomonderbrekingen beu is. Daarom is de eerste prioriteit van de overheid om een stabiele energievoorziening te voorzien. Dat is een zware uitdaging, die de regering ook wil koppelen aan het gelijktijdig omschakelen naar meer zonne-energie met als doel tegen 2028 de helft van de nodige megawatt via zonnepanelen te produceren.
Voor 2025 zijn de vooruitzichten lichtjes positief, althans wat de toelevering van brandstof voor de centrales betreft. De nationale petroleumproductie blijft op peil, Mexico heeft zich geëngageerd voor meer leveringen, terwijl ook met Rusland een langdurig contract is afgesloten.

Dalende remesas en een pijnlijke dollarisering.
Officiële cijfers over de  binnenkomende remesas, het geld dat Cubanen vanuit het buitenland toegestuurd krijgen, zijn er niet. Naar schatting ontvangt 26% van de Cubanen geld uit het buitenland, voornamelijk de VS. Een studie van Inter-American Dialogue schat de remesas voor 2023 op 2 458 dollar. Maar in 2024 verbood de VS-administratie Western Union om nog langer geld naar Cuba, via de bank Fincimex, te sturen. Dit heeft een tendens versterkt om geen geld meer te sturen maar wel hulppakketten met voornamelijk voeding. De dollars die Cuba nog binnenkomen, komen op een informele manier mee met Cubareizigers. Deze deviezen ontsnappen volledig aan de controle van de overheid, zwengelen de zwarte markt aan en vergroten de sociale kloof onder de Cubanen. Tegen deze achtergrond moet de gedeeltelijke ‘dollarisering’ begrepen worden. De Cubaanse overheid heeft een ‘tarjeta clásica’ geïntroduceerd
als maatregel om de circulerende deviezen te recupereren. Elke Cubaan kan deze ‘klassieke bankkaart’ openen met zijn cash-deviezen en dit zonder enig identificatiebewijs voor te leggen; enkel een pincode is nodig. Hiermee kan de bezitter aankopen doen in de reeds bestaande ‘dollarwinkels’ die producten aanbieden die elders niet te krijgen zijn.
 Juan Antonio Fernández Palacio
 ‘Is dit een kapitalistische maatregel? Zeker en het doet pijn’, aldus de Cubaanse ambassadeur. ‘Deze maatregel neemt de regering  heel erg tegen haar zin. Maar het is nodig  de deviezen die in het land circuleren, te recupereren, zodat deze kunnen geïnvesteerd worden in de gezondheidszorg of het onderwijs. Want iedereen gaat naar een dokter en alle kinderen naar school en daar is het niet nodig om dollars te hebben’.

Een land met grote buitenlandse schulden.
Sinds 2019 kan Cuba haar buitenlandse schulden niet meer volledig terugbetalen en de situatie is er alleen maar op achteruit gegaan. Met de Club van Parijs werd reeds in mei 2020 een uitstel van betaling tot dit jaar. Nieuwe onderhandelingen schuiven de termijn nu op tot 2027. Ook Rusland staat een uitstel van betaling toe tot wel 2040. Met China lopen de onderhandelingen nog.

Ontoereikende voedselproductie
Ondanks een lichte verbetering ten opzicht van 2023, is de voedselproductie, zeker van melk, eieren, vlees en mais, ondermaats. De situatie is zo erg dat het basispakket dat elke Cubaan aan gecontroleerde prijzen kan kopen, volledig uit het buitenland komt. Een sprekend voorbeeld hiervan is dat zelfs de dagelijkse portie brood niet altijd meer beschikbaar is, terwijl brood op de vrije markt duur is. De lage productiviteit wordt veroorzaakt door een gebrek aan kapitaal, aan brandstof (min 90%), een verouderd machinepark en beperkte irrigatiecapaciteit. Maar een niet te vergeten factor is de schade door de zware orkanen van 17.000 hectaren gewassen, 190 varkensstallen, 134 kippenstallen en 60 serres. Cijfers van het Ministerie van Landbouw bevestigen een daling van de productie ten opzichte van 2019 van legkippen met 63%, van eieren met 95%, van fokvarkens met 73%, van diervoeder met 83%.

De inflatie jaagt de voedselprijzen de hoogte in.
Wat de Cubanen vooral voelen zijn de hoge voedselprijzen die het voorbije jaar met 24,88% stegen, bovenop de 30% van 2023. De inflatie lijkt zich dit jaar min of meer te stabiliseren en zakte in maart ’25 tot 20%. Inflatie betekent koopkrachtverlies. Opmerkelijk is dat niet in alle sectoren de prijzen even sterk stijgen. Producten uit de overheidsbedrijven stegen ‘slechts’ met 13,97%, tegenover een stijging met wel 82% op de private markt. Op de officiële groenten- en fruitmarkten gingen de prijzen amper met 4% omhoog, maar veel Cubanen vinden het aanbod daar schaars en van mindere kwaliteit.
De inflatie laat zich ook merken in de daling van de waarde van de nationale munt tegenover de dollar. Op straat werd de dollar in 2023 gewisseld tegen 275 pesos; in 2024 schommelde de straatwaarde tussen de 300 en 390 pesos. Om de zwarte wisselkoers te temperen, veranderde de regering de officiële wisselkoers van 25 peso naar 120 peso per dollar.

Lage lonen en hoge consumptieprijzen.
Met deze brute economische cijfers is het duidelijk dat de Cubanen het moeilijk hebben om de eindjes aan elkaar te knopen. Met een pensioentje van gemiddeld 2.075 pesos of een gemiddeld maandloon in de overheidsbedrijven van 5.839 pesos spring je niet ver, als een karton van 30 eieren al minstens 1.500 pesos  kost. Ook de overheid beseft dat de kosten van het basispakket van goederen en diensten, geschat voor een huishouden van drie personen, verschillende keren hoger zijn dan het looninkomen dat dezelfde personen ontvangen, maar staat met de rug tegen de muur. Het is dan ook niet verwonderlijk dat veel Cubanen, ondertussen 37% van de actieve bevolking, naar de privé-bedrijven zijn overgestapt, waar de lonen aantrekkelijker zijn of zelfs emigreren. De regering poogt de schaarse goederen zo rechtvaardig mogelijk te verdelen, met voorrang voor de meest kwetsbare personen. Dat zijn voornamelijk personen die minder dan het mínimum-pensioen of loon ontvangen, een toch wel omvangrijke groep van 20 à 25% van de bevolking.
Een oplossing op korte termijn om de situatie onder controle te brengen is er niet, daarvoor is het probleem te complex. Een herlevingtoename van het toerisme en de export moet de overheidsinkomsten opnieuw doen stijgen. Dit vraagt grote inspanningen van de overheid en de industrie, maar ook van de bevolking die begrip zal moeten opbrengen voor de moeilijke beslissingen die de regering nog zal moeten nemen. 

Cuba rekent op de internationale solidariteit
‘Is dit het einde van de revolutie?’, wierp de Cubaanse ambassadeur retorisch op. ‘Neen, we blijven ons verzetten, ook al is het moeilijk, met dezelfde vlag en leuzen: ‘Venceremos – We zullen overwinnen!, mede dank zij de grote internationale solidariteit’. De ambassadeur ziet vandaag zelfs met Trump in het Witte Huis een opportuniteit voor Europa. Nu de Trump-administratie haar pijlen nu ook op Europa richt, komen de bilaterale relaties onder druk. Het is een momentum om afstand van de VS te nemen en een kans om de relaties tussen de EU en Cuba aan te halen. Daar kan de solidariteitsbeweging op inspelen.