Artikel 3 van de Helms-Burton Wet geactiveerd
17 april 2019
Het is geen toeval dat net op 17 april de Trump-administratie nieuwe maatregelen aankondigt die de wurggreep op Cuba vergroot. Die dag in 1961 vond de mislukte militaire agressie van rechtse Cubaanse bannelingen met steun van de CIA in de Varkensbaai plaats. Volgens Mike Pompeo, minister van Buitenlandse Zaken, zullen de VS de blokkadewet Helms-Burton strikt toepassen, inbegrepen het befaamde Artikel III. Dezelfde dag nog voegde John Bolton, de nationale veiligheidsadviseur van het Witte Huis, eraan toe dat een aantal versoepelingen van Obama worden teruggedraaid. Het toerisme vanuit de VS naar Cuba wordt verder beperkt. Cubano-Amerikanen mogen nog maar een beperkt bedrag naar hun familie op het eiland overschrijven. En Cubaanse banken in een derde land zullen nog moeilijker transacties in dollars kunnen uitvoeren.
Sinds de goedkeuring in 1996 van de Helms-Burton Wet, de wettelijke basis van de blokkade, hebben alle presidenten altijd en om de zes maanden de uitvoering van Artikel III dat grote weerslag op de internationale handel heeft, opgeschort. Op 4 maart van dit jaar brak Trump met deze routine, activeerde hij een gedeeltelijke toepassing van Artikel III en hij gaf zichzelf de tijd tot 17 april om verdere stappen te overwegen. Reeds in 1998 noemde Fidel Castro Artikel III het zwaard van Damocles dat boven de internationale handel en de soevereiniteit van Cuba hangt.
Artikel III van Helms-Burton laat VS-burgers toe om een rechtszaak aan te spannen ‘tegen al wie voordeel haalt uit hun voormalige eigendom die door de Cubaanse overheid werd geconfisqueerd’. Gezien Cuba na de revolutie van 1959 grote delen van de economie onder overheidscontrole heeft geplaatst, betekent dit dat zo goed als elk Cubaans bedrijf, riskeert aangeklaagd te worden. Als eerste stap publiceerde president Trump op 4 maart een lijst van 200 Cubaanse tegen wie een juridisch proces kan aangespannen worden. Maar een volledige toepassing van Artikel III zou betekenen dat ook elk buitenlands bedrijf dat handelt met of investeert in Cuba, een proces riskeert. Met andere woorden de maatregel kan leiden tot een vloedgolf van processen tegen Cubaanse én buitenlandse bedrijven. Deze maatregel zou ingaan tegen alle principes van de wereldhandel en stuit daarom van sinds de goedkeuring van de wet op wereldwijd protest, wat leidde tot de opschorting. Maar voor hoe lang nog?
Eén van de grote voorstanders van een strenge blokkade is onder andere Bacardí. Dit bedrijf heeft zich steeds verzet tegen de nationalisering van haar rumfabrieken in Cuba. Ook al is de groep ondertussen uitgegroeid tot een wereldmerk, toch wil het ten alle prijze Cuba heroveren. De erfgenamen hebben altijd een geldelijke compensatie voor de onteigening geweigerd en schakelden indertijd hun advocaten in bij het schrijven van de Helms-Burton Wet. Begin 2016 erkende een VS-rechtbank dat de merknaam ‘Havana Club’ aan Cuba toekomt, en niet aan Bacardí. Maar daarmee is het conflict niet beslecht. In maart van dit jaar legde de conservatief Marco Rubio een wetsvoorstel in onder de titel ‘Geen erkenning van een gestolen merknaam in de VS’. Hiermee wil Rubio de ‘rechten herstellen’ van de vroegere eigenaars, zoals Bacardí, over de merknamen van door Cuba genationaliseerde bedrijven.
Cuba is altijd bereid geweest om over een financiële compensatie voor de onteigeningen te onderhandelen. Canada, Italië, Frankrijk, Zwitserland, Spanje en het Verenigd Koninkrijk sloten dergelijke akkoorden af. Maar de Verenigde Staten kozen voor een politieke blokkade en verhinderden zo dat hun bedrijven al in de jaren ’80 werden vergoed. Het rare aan de Helms-Burton Wet is dat deze Amerikaanse wet de rechten toekent aan wie op het ogenblik van de nationalisaties Cubaanse burgers waren en die pas later de VS-nationaliteit aannamen. Deze bepaling bemoeilijkt de normalisatie van de relaties tussen de VS en Cuba. Immers, volgens VN-Resolutie 1803 (XVII) heeft een land A niet de bevoegdheid om een ander land B aan te klagen omdat het bezittingen heeft onteigend van burgers die op het ogenblik van de feiten niet tot hun onderdanen behoorden.
De Trump-administratie kiest voor de harde confrontatie met als doel de ‘Cubaanse regering te verstikken’, zoals het in de Wet Helms-Burton vermeld staat. Federica Mogherini, de EU-commissaris voor buitenlandse zaken, heeft onmiddellijk de VS-beslissing streng veroordeeld. Zij dreigt er mee om klacht bij de Wereld Handelsorganisatie in te dienen, zoals Europa reeds deed in 1997. Deze eerste klacht werd geseponeerd, nadat de VS een jaar later beloofde Artikel III op te schorten, wat effectief via een presidentieel besluit om de zes maanden werd bekrachtigd. Tot nu president Trump met het zwaard van Damocles begint te zwaaien.