Dat de VS-blokkade tegen Cuba niet voorbij is, heeft president Trump met zijn toespraak op 16 juni ’17 duidelijk laten verstaan. Omringd door fervente anti-Castristen van het eerste uur, verkondigde Trump de toenadering van Obama volledig terug te schroeven.
Trump kiest voor de directe confrontatie met Cuba. “We zullen geen sancties opheffen totdat alle politieke gevangenen zijn vrijgelaten, er vrijheid van vereniging of meningsuitdrukking is, alle politieke partijen zijn gelegaliseerd en vrije verkiezingen onder internationaal toezicht gepland staan… We zullen de restricties op toerisme versterken, we zullen het embargo versterken. We zullen ervoor zorgen dat investeringen rechtstreeks naar de bevolking gaan, zodat zij hun eigen privézaak kunnen opstarten, en bouwen aan een grote, grote toekomst van Cuba”.
Deze woorden van Trump vragen toch enkele commentaren. Vooreerst is het niet toevallig dat Trump zijn aankondiging doet in Miami voor een publiek van Cubaanse anti-Castro migranten die bij de verkiezingen voor Trump stemden; dus deze speech moet ook gezien worden als een woordje van dank voor hun steun, en dus bedoeld voor binnenlands gebruik. Hypocriet klinkt Trump als hij zich opwerpt als verdediger van wat democratische rechten; amper een paar weker terug sloot hij miljardendeals voor wapenverkoop met Saudi Arabië, niet echt een voorbeeld van democratie. De Cubaanse overheid reageerde overigens kalm: de Verenigde Staten zijn niet bepaald het land om Cuba de les te spellen: kijk maar naar het brutale politieoptreden, de vele slachtoffers met vuurwapens, de naar schatting 23 miljoen Amerikanen die hun gezondheidsverzekering dreigen te verliezen door de afschaffing van Obama-care.
Trumps retoriek is gevaarlijk, want daarmee creëert hij een sfeer waarin alles mogelijk wordt. Op economisch vlak beperkt de president voor Amerikaanse bedrijven opnieuw de mogelijkheid om te investeren in Cuba. Obama had een kleine opening gecreëerd, zodat een gemengde commissie economische projecten kon uitwerken. De Sheraton Group opende in Havana het Four Points Hotel als eerste Amerikaanse hotel sinds de jaren ’60 de deuren.
Trump wil de private sector in Cuba bevorderen, ten koste van de staatsbedrijven, en voornamelijk deze met banden met het leger. De maatregel om de bestaande beperkingen voor het Amerikaans toerisme weer strikt toe te passen zouden wel eens een tegengesteld effect kunnen hebben. Door de Amerikaanse toeristen te verplichten in groep te reizen, kunnen deze voor hun verblijf niet gemakkelijk terecht bij particulieren (casas particulares) en zullen zij onvermijdelijk in hotel overnachten, die door de overheid worden beheerd. Enkel de hotels van de Gaviota-groep, verbonden aan het Cubaanse leger, zullen wellicht wel voor Amerikaanse toeristen ontoegankelijk blijven. Hoe dan ook, het verstrengd toezicht op de naleving van de toerisme-restricties kan wel een negatieve invloed hebben op het Amerikaans toerisme naar Cuba, dat de laatste jaren enorm gestegen was
Trump beweerde alle maatregelen te zullen terugschroeven, maar zover gaan de concrete maatregelen niet. Hij weet ook wel dat Cubaanse gemeenschap verdeeld is; velen steunen de normalisering van de betrekkingen. Zo blijven onder meer de directe lijnvluchten tussen de VS en Cuba en de versoepelde regeling om dollars naar familie op het eiland te sturen behouden.