Grootbank ING misprijst de burger en plaatst zich onaantastbaar boven de wet

Stop de VS blokkade tegen Cuba

Een overschrijving van 16€ van een Belgische rekening naar een andere Belgische rekening geweigerd, dat kan niet? Toch wel, dat is precies wat er gebeurde met (tenminste) vijf personen die begin 2024 het lidgeld op de Triodosrekening van een organisatie solidair met Cuba overmaakten. Ook al gebeurden de overschrijvingen vanuit verschillende banken, telkens werd het geld na enkele dagen teruggestort door … ING. Een kleine rondvraag bij de betrokken banken leerde dat de grootbank ING optreedt als uitvoerder van financiële verrichtingen voor verschillende kleinere banken, waaronder Triodos.

De betrokken organisatie stuurde op 30 augustus ’24 een protestbrief naar ING. Hoewel de banken zich in het algemeen beperken tot een verwijzing naar hun intern ‘compliance’-beleid, reageerde ING op 13 september vrij uitvoerig. De bank verwijst vooreerst naar de wettelijke verplichting om gedragslijnen en procedures te hanteren ter voorkoming van het witwassen van geld en de financiering van terrorisme. Dit is terecht, maar ING voegt er wel aan toe dat hieronder ook “de regels inzake embargo’s en (internationale) sancties vallen”.

Twee paragrafen uit de mail van ING vragen om een kritische commentaar:

  1. De navolging van de VS-sancties is onwettig volgens de EU-wetgeving

In de laatste paragraaf van de mail benadrukt ING Bank “…dat bedrijven - ook buitenlandse - die de Amerikaanse sanctieregels niet naleven, riskeren niet alleen de toegang tot de Amerikaanse financiële markt te verliezen - Amerikaanse banken weigeren samen te werken met buitenlandse banken die de OFAC-regels niet naleven - maar ook zware financiële sancties van de Amerikaanse overheid.”

In strijd met de Europese wetgeving
De naleving van buitenlandse sanctieregels, en met name van de sanctieregels van de Verenigde Staten tegenover Cuba, is een flagrante overtreding van de Verordening van de Europese
Unie bekend als het “
Blocking Statute 2271/96[1]”, Voor de duidelijkheid citeren we hier de website van de Europese Commissie[2]: “De Europese Unie erkent de extraterritoriale toepassing van wetten van derde landen niet en beschouwt dergelijke effecten als strijdig met het internationaal recht”. Daarmee geeft de EU duidelijk aan de toepassing van de wetten van de Verenigde Staten buiten de Verenigde Staten niet te accepteren. Kortom, het “Blocking Statute” verbiedt EU-actoren, en dus ook een bank als ING, om de wetgeving van een derde land toe te passen in de landen van de EU.

In strijd met de Belgische wetgeving.
Gezien de EU-regelgeving juridisch boven de nationale wetten staat, is het vanzelfsprekend dat België het Blocking Statute in eigen wetgeving omzet. Dit gebeurde met “Titel VII (art. 230 en 231) van de wet van 2 mei 2019[3]. De Algemene Administratie van de Thesaurie (FOD Financiën) en de FOD Economie, KMO, Middenstand en Energie worden aangewezen als autoriteiten voor het toezicht op de naleving van de verplichtingen van Verordening 2271/96”.
In een antwoord op een parlementaire vraag  lichtte minister S. Wilmès op 13 juli ’21[4]  de betekenis van de Europese Verordening 2271/1996, het zogenaamd Blocking Statute,  toe: “De verordening verbiedt meer bepaald de naleving van die sanctie, net als medewerking met de Amerikaanse autoriteit of rechtbanken in dat kader. Europese burgers of bedrijven die deze sanctie toch naleven, kunnen aansprakelijk gesteld worden”.

ING stelt de eigen financiële belangen boven deze van de gewone rekeninghouder
ING verantwoordt haar preventiebeleid om te voorkomen de toegang tot “de Amerikaanse financiële markt te verliezen”. We kunnen dit begrijpen, de sancties van de VS zijn zeer zwaar. Zo betaalde ING in 2012 ruim 619 miljoen USD als regeling voor een geschil over de toepassing van de Amerikaanse sanctieregels, wat zonder twijfel enige frustratie bij de bank heeft nagelaten. Maar dat onttrekt ING Group niet van de verplichting om in de eerste plaats de wetgeving na te leven van het land waar het actief is.

De Verordening 2271/96 biedt bovendien expliciet de mogelijkheid om een uitzondering op de toepassing van deze Europese wetgeving bij de Europese Unie aan te vragen. Deze uitzondering kan verleend worden als het bedrijf kan aantonen dat het te grote schade of verlies zou oplopen. ING zegt in haar brief niet dat de bank dit uitzonderingsstatuut heeft bekomen.  Tot het tegendeel is aangetoond, blijven we bij de overtuiging dat zonder deze uitzondering de praktijk van ING om betalingen die enigszins verband houden met (het woord ) ‘Cuba’ te weigeren, onwettig is.

  1. Onnauwkeurig beleid ter voorkoming van witwassen en steun aan terrorisme

“In dit opzicht heeft ING Groep - aanwezig in de VS als beursgenoteerde entiteit - een beleid goedgekeurd (dat al haar dochterondernemingen en buitenlandse kantoren, met inbegrip van ING België NV, bekrachtigd hebben) dat voorkomt dat ING betrokken raakt bij een transactie die om het even welke soort betrokkenheid laat vermoeden van een land met een hoog risico waaronder Cuba”.

Een heel vage invulling van het preventiebeleid
Zoals elke bank is ING verplicht om een strikte controle in te stellen op betalingen ter preventie van het witwassen van zwart geld of van het financieren van terrorisme, het zogenaamde SWG/FT-preventiebeleid. Maar met de woorden “om het even welke soort betrokkenheid laat vermoeden” geeft de bank hier wel een heel brede en vage invulling aan haar preventiebeleid.
Dit is in flagrante tegenspraak met de voorschriften van de Nationale Bank van België-NBB vervat in de Circulaire ‘Prudentiële verwachtingen ten aanzien van “de-risking[5] van 1 februari 2022. In deze circulaire zegt de NBB dat het niet passend is om cliënten uit te sluiten op basis van algemene criteria zoals het feit dat deze cliënten banden hebben met een land met een hoog risico, zelfs niet voor landen onder een financieel embargo.

 Geen ernstige risicoanalyse:
Uit het geval van de geweigerde lidgelden blijkt duidelijk dat ING Bank de betaling van het lidgeld aan de vereniging niet uitgevoerd heeft, omdat het woord “Cuba” voorkwam in de naam van de bestemmeling of in de mededeling bij de betaling. Maar er is geen enkel spoor dat ING een degelijke risicoanalyse heeft uitgevoerd. In de mail van 13 september 2024 verwijst ING naar de VS-sanctieregels als grond voor haar risicobeleid. ING dient haar waakzaamheidsbeleid echter te verantwoorden op basis van een eigen analyse. De bank had daarbij
kunnen steunen op o.a. de beoordeling door de gezaghebbende
FATF-Financial Action Task Force[6], die in januari 2024 nog een evaluatie van Cuba maakte inzake de preventie van de financiering van terrorisme maakte. De FATH plaatste het land daarbij niet op de grijze lijst van landen met verhoogde waakzaamheid en verbeterde zelfs  een eerdere score. ING had ook kennis kunnen nemen van het feit dat de Algemene vergadering van de VN al jaren op rij en bijna unaniem de VS oproept om een einde te stellen aan de sancties tegen Cuba, en landen oproept om niet mee te werken aan deze unilaterale sancties van de VS. 

ING schiet tekort als tussenbank voor uitvoering van andere financiële instellingen.
Door haar al te ruime invulling van haar preventiebeleid dwarsboomt ING Bank
de belangen van andere banken, waarvoor die als uitvoerder van betalingsverrichtingen optreedt en die zelf hun cliënten en hun verrichtingen screenen.  Indien ING Bank niet bereid of in staat is passende maatregelen van deze verhoogde waakzaamheid te verrichten bij de uitvoering van betalingsverrichtingen voor Triodos en andere financiële instellingen dan dient zij haar businessmodel aan te passen of een einde te stellen aan deze dienstverlening.

ING bespaart op de kap van de cliënt
ING Bank voert in alle ernst aan dat, om “zware financiële sancties van de Amerikaanse overheid” te vermijden, de uitvoering van een betaalopdracht in Euro vanuit een Belgische bank naar een andere Belgische Bank, voor een zeer beperkt bedrag, moet geweigerd worden.  Met dit argument onttrekt ING zich aan haar verantwoordelijkheid opgelegd door de Belgische en Europese overheid om haar preventiebeleid te verfijnen. De bank kiest er integendeel voor de kosten te vermijden die eventueel samenhangen met de uitvoering van noodzakelijke maatregelen van verhoogde waakzaamheid. De klant is zo het kind van de rekening.

OPROEP TOT ACTIE: De Vrienden van Cuba vzw schaart zich achter de oproep van de Coördinatie voor de Opheffing van de Blokkade om op donderdag 24 april in Brussel te betogen tegen deze praktijk van ING. Concrete informatie wordt later via de website stopdeblokkade.be bekend gemaakt.

Raadpleeg hier het volledige dossier 2024 "Belgische banken weigeren overschrijvingen met betrekking tot Cuba" .


[1] https://eur-lex.europa.eu/legal-content/EN/TXT/?uri=CELEX%3A01996R2271-20180807

[2] https://finance.ec.europa.eu/eu-and-world/open-strategic-autonomy/extraterritoriality-blocking-statute_en

[3] https://etaamb.openjustice.be/nl/wet-van-02-mei-2019_n2019012449.html

[4] https://www.dekamer.be/doc/CCRI/html/55/ic551x.html

[5] https://www.nbb.be/doc/cp/nl/2022/20220201_nbb_2022_03_NL.pdf

[6] Financial Action Task Force is een intergouvernementele organisatie die beleid ontwikkelt ter bestrijding van het witwassen van geld en van de financiering van terrorisme.

Attachment