We wisten al dat Belgische banken onwettig betalingen naar Cuba of met een verwijzing naar Cuba blokkeren. Maar wat ING doet, is wel het toppunt. ING weigerde begin 2014 de overschrijving van 16€ lidgeld van een Belgische rekening naar een andere Belgische rekening van een organisatie solidair met Cuba. Ook al gebeurden de overschrijvingen vanuit verschillende banken, telkens werd het geld na enkele dagen teruggestort door … ING.
De betrokken organisatie stuurde op 30 augustus ’24 een protestbrief. ING reageerde op 13 september vrij uitvoerig. De bank verwijst vooreerst naar de wettelijke verplichting om procedures te hanteren ter voorkoming van het witwassen van geld en de financiering van terrorisme. Dit is terecht, maar ING voegt er wel aan toe dat ze hierbij ook rekening houdt met “de regels inzake embargo’s en (internationale) sancties”.
Ook BNP-Paribas-Fortis verantwoordde zich in 2023 voor haar strikt Cuba-beleid met expliciet te verwijzen naar de VS-sancties tegen Cuba. Omdat ING en BNP-Paribas-Fortis de twee belangrijkste banken zijn, die ook optreden als tussenbank voor het financieel verkeer van andere kleinere banken, ondervinden Belgische bedrijven, vakbonden, NGO’s of solidariteitsorganisaties onoverkomelijke problemen om economische of financiële relaties met Cuba te onderhouden.
Deze situatie is onaanvaardbaar en onwettig. Om dit duidelijk te maken, gaan we in op twee paragrafen uit de mail van ING.
In de laatste paragraaf van de mail benadrukt ING Bank “…dat bedrijven - ook buitenlandse - die de Amerikaanse sanctieregels niet naleven, riskeren niet alleen de toegang tot de Amerikaanse financiële markt te verliezen - Amerikaanse banken weigeren samen te werken met buitenlandse banken die de OFAC-regels niet naleven - maar ook zware financiële sancties van de Amerikaanse overheid.” |
In strijd met de Europese wetgeving
De naleving van buitenlandse sanctieregels, en met name van de sanctieregels van de Verenigde Staten tegenover Cuba, is een flagrante overtreding van de Verordening van de Europese
Unie bekend als het “Blocking Statute 2271/96[1]”. De Europese Unie erkent de extraterritoriale toepassing van wetten van derde landen niet en aanvaardt de toepassing van de wetten van de Verenigde Staten buiten de Verenigde Staten niet. Kortom, het “Blocking Statute” verbiedt EU-actoren, en dus ook een bank als ING, om de wetgeving van een derde land toe te passen in de landen van de EU. Of zoals minister S. Wilmès op 13 juli ’21[2] verklaarde: “De verordening verbiedt meer bepaald de naleving van die sanctie, net als medewerking met de Amerikaanse autoriteit of rechtbanken in dat kader. Europese burgers of bedrijven die deze sanctie toch naleven, kunnen aansprakelijk gesteld worden”.
ING stelt de eigen financiële belangen boven deze van de gewone rekeninghouder
ING verantwoordt haar preventiebeleid om te voorkomen de toegang tot “de Amerikaanse financiële markt te verliezen”. We kunnen dit begrijpen, de sancties van de VS zijn zeer zwaar.
Zo betaalde ING in 2012 ruim 619 miljoen USD[3] als regeling voor een geschil over de toepassing van de Amerikaanse sanctieregels, wat zonder twijfel enige frustratie bij de bank heeft nagelaten. Maar dat onttrekt ING Group niet van de verplichting om in de eerste plaats de wetgeving na te leven van het land waar het actief is.
“In dit opzicht heeft ING Groep - aanwezig in de VS als beursgenoteerde entiteit - een beleid goedgekeurd (dat al haar dochterondernemingen en buitenlandse kantoren, met inbegrip van ING België NV, bekrachtigd hebben) dat voorkomt dat ING betrokken raakt bij een transactie die om het even welke soort betrokkenheid laat vermoeden van een land met een hoog risico waaronder Cuba”. |
ING doet niet de moeite om een ernstige risicoanalyse te doen.
Zoals elke bank is ING verplicht om een strikte controle in te stellen op betalingen ter preventie van het witwassen van zwart geld of van het financieren van terrorisme, het zogenaamde SWG/FT-preventiebeleid. Maar met de woorden “om het even welke soort betrokkenheid laat vermoeden” geeft de bank hier wel een heel brede en vage invulling aan haar preventiebeleid.
Uit het geval van de geweigerde lidgelden blijkt duidelijk dat ING Bank de betaling van het lidgeld aan de vereniging niet uitgevoerd heeft, omdat het woord “Cuba” voorkwam op de overschrijving. Maar er is geen enkel spoor dat ING een degelijke risicoanalyse heeft uitgevoerd. In plaats daarvan neemt de bank neemt gemakshalve de VS-sanctieregels over als grond voor haar risicobeleid en negeert het feit dat de Algemene vergadering van de VN al jaren op rij en bijna unaniem de VS oproept om een einde te stellen aan de sancties tegen Cuba.
ING bespaart op de kap van de cliënt
ING Bank voert in alle ernst aan dat, om “zware financiële sancties van de Amerikaanse overheid” te vermijden, de uitvoering van een betaalopdracht in Euro vanuit een Belgische bank naar een andere Belgische bank, voor een zeer beperkt bedrag, moet geweigerd worden. Met dit argument onttrekt ING zich aan haar verantwoordelijkheid opgelegd door de Belgische en Europese overheid om haar preventiebeleid te verfijnen. De bank kiest er integendeel voor de kosten te vermijden die eventueel samenhangen met de uitvoering van noodzakelijke maatregelen van verhoogde waakzaamheid. De klant is zo het kind van de rekening.
OPROEP TOT ACTIE: de Coördinatie voor de Opheffing van de Blokkade roept op om op donderdag 24 april om 17u30 voor de hoofdzetel van ING, Marnixlaan 24, 1000 Brussel te betogen tegen deze praktijk van ING.
MEER INFORMATIE:
Bijlage | Size |
---|---|
Dossier 2024 Belgische banken weigeren transacties | 559.88 KB |
Analyse standpunt ING | 336.35 KB |
ING antwoord 13 09 24 | 197.49 KB |