ING en BNP-Paribas-Fortis blijven doof voor onze klachten

Bankencampagne nov 2021 Gent

25 01 22: Een zeventigtal mensen beantwoordden de oproep van de Coördinatie Opheffing Blokkade Cuba om een protestmail naar de banken ING en BNP-Paribas-Fortis te sturen. Deze banken blijven systematisch weigeren om geld naar Cuba over te schrijven. Zeventig, dat is al een mooi resultaat, maar niet genoeg om van de banken een ernstige antwoord te krijgen. Daarom zetten we de campagne verder.

Geen of schaarse reactie
Aan beide banken vroegen we een onderhoud om de kwestie te bespreken. Geen antwoord! 
Slechts een enkeling ontving van ING een korte reactie als antwoord op de protestmail, net als een journaliste van APACHEBNP-Paribas-Fortis heeft zelfs geen enkele moeite gedaan om te reageren op de mails. 
De bank ING bevestigt dat het geen overschrijvingen naar Cuba uitvoert. De Public Affairs Manager schreef:  “In antwoord op uw mail aan de heer Adams deel ik U hierbij het standpunt van ING mee : Als gevolg van regelmatige evaluaties van onze bedrijfsactiviteiten vanuit economisch, strategisch en risicoperspectief, is ING al een aantal jaar van mening dat om bedrijfseconomische redenen, het zakendoen waarbij bepaalde specifieke landen betrokken zijn, waaronder Cuba, moet worden beëindigd. In dat verband voert ING een beleid om geen nieuwe relaties aan te gaan met klanten uit deze landen en blijven er processen van kracht om bestaande relaties te beëindigen waarin deze landen betrokken zijn. ING evalueert dit beleid voortdurend en past het waar nodig aan.  In de hoop U hiermee voldoende Ingelicht te hebben. Vriendelijke groet,”.

Houding van de banken in strijd met EU-regelgeving
ING is duidelijk: het motief is bedrijfseconomisch. Als banken -en dit is ook het geval voor andere bedrijven- moeten kiezen tussen hun (grote) economische belangen in de VS en de (kleine) economische belangen in Cuba, dan is de keuze vlug gemaakt. Want dat is de keuze die de VS-blokkade de bedrijven wereldwijd oplegt. Bovendien riskeren de ‘overtreders’ van de blokkade zware VS-boetes. 
Maar, door gevolg te geven aan de blokkade-wetten van de Verenigde Staten overtreden de banken het zogenoemde Blocking Statute, de EU-wet die Europese actoren verbiedt om de sanctiewetten van een derde land te gehoorzamen.
Uit het verleden weten we dat banken zeer behoedzaam reageren en vermijden te verwijzen naar de VS-blokkade tegen Cuba. Zij verschuilen zich achter ‘compliance’, wat neerkomt op hun intern beleid, waarover zij niet hoeven te communiceren.

Hof van Justitie legt motivatieplicht op
De EU heeft altijd zwak gestaan om de naleving van het Blocking Statute af te dwingen. Hier zou wel eens verandering in kunnen komen. Het Hof van Justitie van de Europese Unie heeft op 21 december 2021 een belangwekkende uitspraak gedaan.  Het Hof bevestigt dat de Blocking Statute economische spelers verbiedt om sancties van een derde land op te volgen. Maar belangrijker nog is de motivatieplicht die het Hof van Justitie oplegt. Indien er een zwaar vermoeden is dat een bedrijf sanctiewetten van een derde land uitvoert, dan is dit bedrijf verplicht haar beleid met duidelijke redenen te verantwoorden. Dit is nieuw. Toegepast op onze banken wil dat zeggen dat elke weigering om een transactie naar Cuba te weigeren grondig moet gemotiveerd zijn. 
Het Blocking Statute voorziet de mogelijkheid dat een bedrijf aan de Europese Commissie een uitzonderingsstatuut aanvraagt, om ontheven te worden aan het verbod om niet-EU sanctiewetten na te leven. Voorwaarde is dat het bedrijf kan aantonen dat het zware economische schade zou  oplopen.  Echter, op de vraag van APACHE of ING een uitzondering heeft aangevraagd en verkregen van de Europese Commissie kwam geen antwoord.

ING en BNP-Paribas-Fortis voor de rechter? 
Deze recente rechtspraak opent misschien wel perspectieven om de banken ING en BNP-Paribas-Fortis gerechtelijk uit te dagen. Wel is het zo dat de uitspraak van het Hof van Justitie er gekomen is op vraag van een rechter over de interpretatie van de Duitse wetgeving over het unilateraal beëindigen van een handelsovereenkomst. De vraag is of deze uitspraak ook in de Belgische context geldt. Om dat uit te zoeken is wellicht een juridische procedure nodig, en dat is een lange en dure aangelegenheid.